De grondlegger van Choy Lee Fut was Chan Heung (1806). Hij begon zijn Kung Fu training op zevenjarige leeftijd bij zijn oom Yeun Woo, een beroemde boxer van de Shaolin tempel. Van hem leerde hij de kunst van de Shaolin kung fu. Later leerde hij verder bij Li Yau San, een oudere klasgenoot van Yeun Woo. Als laatste leerde hij van de monnik Choy Fok. In 1836 richtte hij formeel het Choy Lee Fut systeem op en uit respect en eerbetoon vernoemde hij de stijl naar zijn drie leraren “Choy Lee Fut”.
Voor het ontstaan van Buk Sing Choy Lee Fut (noorlijke stijl) moeten we terug naar grootmeester Tam Sam (3e generatie) die bekend stond als een getalenteerde vechter in de Hoi-ping gemeenschap uit de provincie Kanton. Tam Sam daagde regelmatig andere leraren uit om zijn technieken te verbeteren.
Om zijn eer hoog te houden daagde hij een legendarische Shaolin meester uit genaamd Ku Yi Cheung die bekend stond om zijn Iron Palm. Dit gevecht eindigde in een gelijkspel en sindsdien respecteerden zij elkaars gevechtstechnieken en werden ze goede vrienden. Door het uitwisselen van ideeën en technieken werden Cheung’s noorlijke Shaolin technieken geïntegreerd met de zuidelijke Choy Lee Fut van Tam Sam en zo ontstond Buk Sing Choy Lee Fut.
Buk Sing Choy Lee Fut is van generatie op generatie overgedragen en wordt tot op heden nog beoefend zo als deze in het begin is ontwikkeld. Het verschil tussen Buk Sing Choy Lee Fut en de zuster stijlen Choy Lee Fat zijn de lange, vloeiende en flexibele bewegingen die karakteristiek zijn voor Bak Sing Choy Lee Fut. Die karakteristiek lange armbewegingen zijn een directe invloed van Cheung’s noordelijke Shaolin stijl. Bak Sing Choy Lee Fut kenmerkt zich ook door de toenemende draaiingen van het lichaam voor het genereren van kracht. Hier geldt het principe van een stabiele basis van het onderlichaam (net als een stabiele fundering van een huis) en een ontspannen bovenlichaam. De kracht gaat vanuit de voeten in een cirkelbeweging naar het bovenlichaam en uiteindelijk naar de ledematen.
Om zijn eer hoog te houden daagde hij een legendarische Shaolin meester uit genaamd Ku Yi Cheung die bekend stond om zijn Iron Palm. Dit gevecht eindigde in een gelijkspel en sindsdien respecteerden zij elkaars gevechtstechnieken en werden ze goede vrienden. Door het uitwisselen van ideeën en technieken werden Cheung’s noorlijke Shaolin technieken geïntegreerd met de zuidelijke Choy Lee Fut van Tam Sam en zo ontstond Buk Sing Choy Lee Fut.
Buk Sing Choy Lee Fut is van generatie op generatie overgedragen en wordt tot op heden nog beoefend zo als deze in het begin is ontwikkeld. Het verschil tussen Buk Sing Choy Lee Fut en de zuster stijlen Choy Lee Fat zijn de lange, vloeiende en flexibele bewegingen die karakteristiek zijn voor Bak Sing Choy Lee Fut. Die karakteristiek lange armbewegingen zijn een directe invloed van Cheung’s noordelijke Shaolin stijl. Bak Sing Choy Lee Fut kenmerkt zich ook door de toenemende draaiingen van het lichaam voor het genereren van kracht. Hier geldt het principe van een stabiele basis van het onderlichaam (net als een stabiele fundering van een huis) en een ontspannen bovenlichaam. De kracht gaat vanuit de voeten in een cirkelbeweging naar het bovenlichaam en uiteindelijk naar de ledematen.